25 april 2024
Vier tips om de balans te checken
Hieronder vind je vier tips om na te gaan of er in jouw team medewerkers zijn die last hebben van werkdruk. Welke manier je ook benut, het allerbelangrijkste is om op signalen te reageren. Niets doen helpt niet!
- Neem je eigen indrukken serieus. Als je je medewerkers/ collega’s goed kent, kun je zien en horen of ze uit balans zijn. Als bij een medewerker de balans tussen energievreters en -gevers langdurig uit balans is, heeft dat gevolgen. Zo’n medewerker gaat zich anders gedragen dan je van hem gewend bent. De signalen verschillen per persoon: de één wordt stiller, de andere kan juist sneller boos worden om kleine dingen. Benut regelmatig de signalenlijst ‘Anders dan anders (PDF, 115 Kb)’.
- Maak signalen bespreekbaar. Je medewerkers/collega’s kennen en signalen bij elkaar zien is een eerste stap. Vervolgens is het belangrijk om in een open cultuur deze signalen met elkaar te kunnen bespreken. De werkvormen ‘signaallampje’ (PDF, 51 Kb) en ‘je eigen signaleringsplan’ (PDF, 32 Kb) kunnen hierbij behulpzaam zijn.
- Kijk ook naar de groepsdynamiek. Steken medewerkers elkaar in positieve of in negatieve zin aan? Zijn ze vooral bezig met klaagzangen over hoe moeilijk alles is? Of lachen ze samen en besteden ze bij de koffie aandacht aan positieve dingen? Elkaars kwaliteiten kennen kan behulpzaam zijn. Methodieken als de teamrollen van Belbin of persoonlijkheidsprofiel-analyses zoals de DISC-analyse kunnen daarvoor ingezet worden.
- Vergroot je inzicht met een meting. Gebruik de vragenlijst beleving van werkdruk (PDF, 69 Kb) om te meten hoe hoog de werkdruk in jouw team is. Dit hulpmiddel is specifiek voor de gehandicaptenzorg ontwikkeld en biedt via diverse stellingen inzicht in mogelijke oorzaken in het werk. Maak vooraf duidelijke afspraken over wat je gaat doen als er inderdaad een probleem is. En houd het tempo erin: als het na een meting en een mooi rapport tijden stil blijft, versterkt dat de werkdrukgevoelens alleen maar.