PSA in de Arbowet: de verplichtingen op hoofdlijnen
Volgens de Arbowet moet iedere werkgever ervoor zorgen dat het werk geen schadelijke invloed heeft op de veiligheid en gezondheid van het personeel. Dit betekent dat de werkgever op het gebied van werkdruk in elk geval het volgende moet hebben geregeld.
- Het ontwikkelen en uitvoeren van arbeidsomstandighedenbeleid (‘arbobeleid’). Dit beleid moet tot doel hebben nadelige gevolgen van werkdruk voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers zo veel mogelijk te voorkomen.
- De gevaren van psychosociale arbeidsbelasting voor de gezondheid van werknemers zo veel mogelijk bij de bron aanpakken. De werkgever moet werkdruk voorkomen waar dat kan. Is volledig voorkomen niet mogelijk, dan moet hij de gevolgen zo veel mogelijk beperken.
- Aandacht besteden aan de gevaren van werkdruk in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en het plan van aanpak.
- Voorlichting en onderricht geven aan de werknemers over de gevaren van overmatige werkdruk.
Zo kijkt de wetgever tegen werkdruk aan
In de memorie van toelichting staat over PSA en werkdruk het volgende:
‘Onder psychosociale arbeidsbelasting (PSA) worden de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie verstaan die stress teweegbrengen. (Chronische) stress in combinatie met onvoldoende herstel kan leiden tot negatief ervaren lichamelijke en sociale gevolgen en psychische aandoeningen als burnout, overspanning, depressie en posttraumatische stressstoornis.
Er is sprake van werkdruk als een werknemer niet kan voldoen aan de gestelde kwalitatieve en kwantitatieve taakeisen. Met taakeisen worden bedoeld de eisen die aan het werk gesteld worden. Zij kunnen variëren in hoeveelheid, kwaliteit en werktempo. Bij werkdruk werkt een werknemer voortdurend onder hoge tijdsdruk en/of in een hoog tempo. Vooral in combinatie met beperkte regelmogelijkheden of anders gezegd beperkte zeggenschap in en over het werk vormt werkdruk een risico voor de gezondheid van werknemers. Werkdruk kan naast deze taakeisen veroorzaakt worden door diverse aspecten van organisaties en hun directe omgeving zoals communicatiepatronen, werkorganisatie, technologie en de externe sociaal-economische omgeving.
Niet iedereen die aan werkdruk wordt blootgesteld, krijgt echter stress of wordt ziek. Of het daadwerkelijk gebeurt, hangt mede af van de persoonlijke wijze van omgaan door de betreffende werknemer met werkdruk. De ene werknemer kan wellicht wat makkelijker afstand nemen tot het werk en zijn situatie makkelijker relativeren, dan de andere. De een ziet meer regelmogelijkheden dan de andere. De één weet of durft beter gebruik te maken van de bestaande regelmogelijkheden dan de ander. Tevens is bekend dat bij een goede lichamelijke en geestelijke conditie of een goed verwerkingsvermogen de kans op stress kleiner is.’