30 april 2024
Dit zijn de rechten en plichten van de ondernemingsraad
De positie van de ondernemingsraad ten aanzien van bedrijfshulpverlening is in de Arbowet en de Wet op de ondernemingsraden (WOR) geregeld. De ondernemingsraad heeft op dit gebied niet alleen rechten, maar ook de verantwoordelijkheid om actief mee te denken en te beslissen over regelingen voor goede werkomstandigheden!
- Volgens artikel 28 van de WOR hoort de OR de naleving te bevorderen van de wettelijke voorschriften op het gebied van de arbeidsomstandigheden. De raad hoort zich dus hard te maken voor goed beleid op het gebied van BHV.
- De OR heeft recht op overleg met de werkgever. Naast het algemene overlegrecht (artikel 23 en 24 WOR) beschikt de OR over een specifiek overlegrecht over het arbobeleid (artikel 12 Arbowet). Op grond hiervan kan de OR ook altijd vragen om overleg over BHV.
- Als de werkgever een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden (zoals de RI&E en het plan van aanpak, maar bijvoorbeeld ook het bedrijfsnoodplan of het BHV-plan) wil invoeren, wijzigen of intrekken, heeft de OR instemmingsrecht (artikel 27 WOR). De OR kan dit recht benutten om aandacht te vragen voor het belang van goede BHV.
- Wil de werkgever een belangrijke technologische voorziening invoeren of wijzigen, dan heeft de OR adviesrecht (artikel 25 WOR). De raad kan dit recht bijvoorbeeld benutten om invloed uit te oefenen op de besluitvorming over alarmsystemen, brandblusinstallaties en dergelijke.
- De OR heeft recht op informatie over het sociale beleid dat de werkgever voert (artikel 31b WOR). Hier valt ook het veiligheidsbeleid onder. Verder kan de raad altijd vragen om informatie die hij nodig heeft om zijn taken goed te vervullen (artikel 31 WOR).
- Komt de werkgever zelf niet met maatregelen op het gebied van BHV, dan kan de OR altijd zijn initiatiefrecht benutten om zelf voorstellen te doen (artikel 23 lid 3 WOR)