STAG Logo
.top-banner { background-image: url(/fileadmin/user_upload/images/banner-headers/biologische-agentia.jpg); }

Dit doe je voor jezelf

Als je op het gebied van infectieziekten besmetting wilt voorkomen, is persoonlijke hygiëne erg belangrijk. Daarnaast is het van belang dat je zorgvuldig werkt in situaties waar blootstelling kan optreden. Wat dit concreet betekent vind je hieronder. Je kunt telkens doorklikken naar meer informatie en tips.

Infectieziekten voorkomen: dit kun jij doen als je ondersteunend werk doet

In de gehandicaptenzorg loop je zeker niet alleen kans op infectieziekten als je rechtstreeks met cliënten werkt. Ook in ondersteunende functies zijn er risico’s. Denk maar aan met bloed of ontlasting vervuild wasgoed. Of aan (ontlasting van) dieren. Hieronder vind je praktische tips om de risico’s zo klein mogelijk te houden.

  • Ken de blootstellingsroutes. Alleen als je weet op welke manieren je een infectie kunt oplopen, kun je effectieve voorzorgsmaatregelen nemen. In deze catalogus staat een overzicht.
  • Let scherp op je persoonlijke hygiëne. Was je handen of huid na ieder contact met lichaamsvloeistoffen, dek wondjes en andere huidbeschadigingen af en draag werkkleding en handschoenen. Ze zijn er niet voor niets! Volg de tips en aanwijzingen voor persoonlijke hygiëne in deze catalogus.
  • Houd alles schoon en droog. Zorg dat de werkruimte en materialen niet vervuild raken. Volg de tips en aanwijzingen in deze arbocatalogus voor schoonhouden in het algemeen en voor reiniging en desinfectie bij bijzondere vervuiling.
  • Ga zorgvuldig om met vervuild materiaal. Verpak afval en vervuilde was goed. Zo beperk je de kans dat jij of een collega wordt blootgesteld aan schadelijke micro-organismen.
  • Werk zo hygiënisch mogelijk. Voorkom stofvorming en waterverneveling van vuil water (legionella). Ga niet met vuile kleding in pauzeruimtes, leefruimtes en auto’s zitten en maak die ruimtes regelmatig schoon. Ga ook goed om met schoonmaakmaterialen: gebruik wegwerpmateriaal of was en droog herbruikbaar materiaal zorgvuldig.
  • Neem waar nodig extra beschermingsmaatregelen. Draag adembescherming (ten minste P2) bij stoffig werk zoals schoonmaak, vervangen van filters en dergelijke. Werk je met of in de buurt van dieren, voorkom dan zo veel mogelijk dat je kunt worden gebeten of gekrabd. Draag bij buitenwerk goed afsluitende kleding om tekenbeten te voorkomen.
  • Weet wat je moet doen bij incidenten. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kun je een prik-, bijt-, krab-, snij-, spat- of ander incident meemaken. Zorg dat je weet wat je dan moet doen. Neem verwondingen in elk geval altijd serieus: maak wonden/huidbeschadigingen schoon en dek deze af.
    Als je gebeten bent door een dier of een teek op de huid vast hebt zitten moet je ook in actie komen.
  • Wees alert op ziekteverschijnselen. Loop je ondanks al je voorzorgsmaatregelen toch een infectie op, dan wil je daar met het oog op je gezondheid natuurlijk zo snel mogelijk actie op ondernemen. Ook verklein je zo de kans dat je anderen in je omgeving besmet. Heb je klachten zoals huidaandoeningen, ernstige diarree, pussende wonden, langdurig hoesten, meldt dat dan. De bedrijfsarts kan je hierin ondersteunen. Wees ook alert bij plotselinge huiduitslag, jeuk, plotselinge koorts, hoofdpijn of kortademigheid, laat de huisarts daar dan naar kijken en vertel over je werkzaamheden die dag.
  • Overweeg vaccinatie. Ook als je niet rechtstreeks met cliënten werkt, kun je risico lopen op overdracht van infectieziekten. Overweeg of het nodig of verstandig is om je te laten vaccineren tegen hepatitis B. Vind je het moeilijk om te beslissen over vaccinatie, dan vind je hier enkele zaken die je kunnen helpen bij je overwegingen.