STAG Logo
.top-banner { background-image: url(/fileadmin/user_upload/images/banner-headers/bhv.jpg); }

Dit doe je voor jezelf

Als medewerker in de gehandicaptenzorg heb je te maken met cliënten (en soms ook collega’s) die zich in een noodsituatie zoals een brand of een ongeval niet of moeilijk zelf kunnen redden. Daarom heb jij in zulke gevallen een belangrijke rol, óók als je geen bedrijfshulpverlener (BHV’er) bent. De BHV’ers hebben bij zulke incidenten wel de leiding, maar kunnen in hun eentje nooit iedereen redden of in veiligheid brengen. Daar ben jij hard bij nodig! Hieronder lees je wat je kunt doen om hier klaar voor te zijn.

Ken de werksituatie: drie punten om op te letten

Als er een noodsituatie optreedt, is de tijd om na te denken beperkt. Daarom is het van belang dat je al weet welke risico’s er zijn en wat je moet doen. Dit kan door er een gewoonte van te maken om tijdens je werk deze drie punten in de gaten te houden.

  • Zorg dat je de gevaren kent. Een goede voorbereiding is het halve werk! Vraag je dus af met welke noodsituaties je op jouw werkplek en in jouw functie te maken kunt krijgen (scenario’s). En vooral ook wat je moet doen en nodig hebt als zo’n incident zich voordoet. Heb je geen goed beeld van waar je zoal aan moet denken? Raadpleeg dan het bedrijfsnoodplan van je organisatie en als het goed is zijn voor jouw afdeling ook risico-profielen opgesteld . Weet wie wel en niet zelfredzaam zijn. Kun jij jezelf redden in de noodsituaties waar je mee te maken kunt krijgen, of heb je hulp nodig? Hoe zit dat bij je collega’s en vooral ook bij de cliënten die je onder je hoede hebt? Wat voor gedrag kun je van hen verwachten in een panieksituatie en hoe ga je hier goed mee om? Vraag nieuwe collega’s of zij goed zijn voorbereid en geïnstrueerd, zodat je weet of je op hen kunt rekenen. Met de WAR systematiek stel je voor jouw afdeling vast welke ondersteuning bij welke cliënten nodig is bij calamiteiten.
  • Ken de hulpmiddelen en technieken. Zorg dat je weet hoe je alarm moet slaan en hoe je snel hulp kunt inroepen. Vluchtroutes moet je bij wijze van spreken kunnen dromen, evenals de verzamelplaatsen waar je met de cliënten naar toe moet om hen in veiligheid te brengen. Is hulp van de buren of van andere gebruikers in het pand afgesproken, stem dan regelmatig met hen af of iedereen de afspraken nog kent en beschikbaar is als de nood aan de man komt. Zijn cliënten of collega’s niet mobiel, dan moet je weten waar hulpmiddelen voor evacuatie te vinden zijn. Weet ook waar blusmiddelen te vinden zijn als je een beginnende brand moet bestrijden. Moet je iets doen met technische installaties?

Tips of wensen? Laat van je horen!

Met jouw kennis van de dagelijkse gang van zaken kun je een belangrijke bijdrage leveren aan een goed beeld van de gevaren. Ook kun je manieren aandragen om ze terug te dringen en aangeven wat jij nodig hebt om er adequaat op te kunnen reageren. Meld je ideeën en wensen aan een BHV’er of aan het hoofd BHV. Vergeet hierbij ook het punt van voldoende oefening niet. Heb je nog nooit een oefening meegemaakt, zoek dan een BHV’er op en vraag hoe je dit zo snel mogelijk kunt veranderen.