STAG Logo
.top-banner { background-image: url(/fileadmin/user_upload/images/banner-headers/agressief-gedrag.jpg); }

Dit doe je voor jezelf

Heb jij al eens agressief gedrag meegemaakt of maak je het zelfs regelmatig mee? Gaat de cliënt over jouw grens? Dan is het belangrijk om er zo veel mogelijk grip op te krijgen. Zo kun je deze vorm van ongewenst gedrag zo goed mogelijk voorkomen en ben je optimaal voorbereid als het zich toch voordoet. Hieronder vind je vijf oplossingen waarmee je zelf aan de slag kunt. Bij elke oplossing kun je doorklikken voor meer informatie, tips en tools.

Agressief gedrag kent vele vormen

Er is sprake van agressief gedrag als een medewerker of cliënt psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen, of zich anderszins onveilig voelt door bepaald gedrag. Het gaat dus om feitelijke agressie én om gevoelens van onveiligheid die worden veroorzaakt door vijandig, vernederend of intimiderend gedrag. Het kan hierbij gaan om:

  • schelden, uitschelden, dreigen, manipuleren, intimideren, beschuldigen;
  • slaan, schoppen, steken, duwen, trekken;
  • spugen, overgeven, bijten, prikken, schreeuwen;
  • met spullen gooien;
  • discrimineren;
  • pesten, treiteren, belachelijk maken, vernederen, kleineren;
  • gijzelen;
  • seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Schep duidelijkheid met een rangschikking

Een eerste stap om grip te krijgen op agressief gedrag, is om de soorten agressie te rangschikken. Een goede ordening kan helpen om de juiste oplossingsrichting te vinden.

  • Benoem gedrag met een stoplichtmethode.
    Duidelijk over Agressie benoemt gedrag als groen (gewenst), oranje (emotioneel) of rood (agressief). In de hand-out van Duidelijk over Agressie vind je voorbeelden van groen, oranje en rood gedrag. Het betitelen van gedrag met groen, oranje, rood helpt om vervolgens af te spreken hoe je groen gedrag gaat stimuleren, oranje gedrag gaat ombuigen en rood gedrag gaat begrenzen.
  • Benoem gedrag als reactief of proactief.
    Het kan ook helpen om na te gaan waar de agressie vandaan komt, waardoor de agressie ontstaat. Ook deze indeling geeft richting aan hoe er mee om te gaan:
    • Reactieve, frustratie-agressie.
      Hierbij reageert iemand emotioneel omdat zaken anders lopen dan hij wil of hij zich niet begrepen voelt. De oplossingsrichting is doorgaans om een (beperkte) mogelijkheid te geven om de frustratie te uiten, het probleem of misverstand te erkennen en tot slot naar een oplossing of afronding gaan.
    • Proactieve, instrumentele agressie.
      Hierbij zet iemand bewust agressie in om een doel te bereiken. De oplossingsrichting is hier om zo snel mogelijk de agressie te begrenzen en duidelijk te maken dat het doel op deze manier niet zal worden bereikt.
    • Probleemgedrag verbonden aan de beperking en/of bijkomende problematiek.
      In dit geval is agressie het symptoom van de beperking, wat nog extra versterkt kan worden door bijkomende problematiek door bv. drugs, alcohol, psychologische en psychiatrische ziektebeelden. De oplossingsrichting is om zo snel mogelijk een veilige situatie te creëren en de agressie te begrenzen. Daarna is het belangrijk om samen met collega’s, een gedragsdeskundige en andere betrokkenen het probleemgedrag in kaart te brengen en een passende aanpak vast te leggen in het zorgplan.